‘Vanaf vandaag alleen maar mooi weer’. Als Bas dat zegt is het zo. Bas is gids en reisleider in een. Hij doet het geweldig. Vandaag was het in ieder geval zonnig weer en richting de 20 graden. Ideaal om het eiland Miyajima te leren kennen. Het eiland met de Tori in het water: een van de drie meest gefotografeerde plekken in Japan.

Met bus en trein naar de haven van Hatsukaichi waar de veerboot en veel toeristen waren. Miyajima lag een tiental minuten varen. Een bergachtig eiland vol bossen. Bergachtig omdat de bergen steil waren. Niet wat hoogte betreft, de hoogste top was iets meer dan 500 meter. Op de boot konden we de shrine met daarvoor de Tori al zien liggen. Vroeger beschouwde men het eiland heilig, niemand mocht er zomaar op. Degenen die er wel kwamen moesten door de Tori varen om de geesten gunstig te stemmen. Gelukkig geldt dat nu niet meer: de boten zijn te groot.

Vanaf de veerhaven liepen we over de weg of het strand naar de Itsukushima Shrine. De Tori kwam daarbij steeds beter in beeld. Bijzonder is dat de poort niet op heipalen staat maar gewoon op de bodem. Zijn gewicht houdt hem op zijn plaats. Dat gewicht wordt verhoogd door losse keien in de holle bovenste ligger. De poort en de shrine staan bij vloed in het water en lijken zo te drijven. Daarmee de symbiose tussen mens en natuur uitdrukkend. De shrine is wel mooi maar gaf ook het gevoel van een strandtent. Lopen over de houten vlonders, zand eronder en de zee dichtbij (het was afgaand tij) gaven dat gevoel. De Tori is fotogeniek, zonder twijfel. Groot en trots en toegewijd stond hij daarin het water.

Miyajima kent drie hoofd attracties. Spoiler: we hebben ze alledrie gedaan. Itsukushima Shrine hadden we bezocht, daarna gingen we naar de Daishō-in tempel. Mooi aangelegd tegen een berg had de tempel prachtige doorkijkjes in de tuin, mooie gebouwen en ook grappige beeldjes die wat weg hadden van vrolijke tuinkabouters. Sfeervol was de grot met het plafond vol brandende lantaarns met daaronder een soort Boeddha beelden. Wat ons betreft was deze tempel qua ligging en setting een van de mooiste tot nu toe.

Het derde highlight was het bezoeken van de top van Mount Misen. Vanuit het dorp kan je met een shuttle bus naar de kabelbaan. Vandaar is het nog een stukje lopen naar de top. Duuh, dat was iets voor verwende toeristen, niet voor ons! Wij gingen te voet. Het eerste deel van het pad was makkelijk te doen, het heette ‘Mount Misen walking trail’. Vanaf ongeveer het onderste kabelbaan station werd het ineens ‘Mount Misen climbing trail’. Het is maar hoe je het noemt dachten we, naïef als we waren. Vanaf daar ging het ruim 2,5 km steil omhoog. Een mooi pad waar we geen aandacht voor hadden. Elke stap was opletten waar je je voeten zette. Op enkele stukjes na was het één lange natuurstenen trap waarbij de stenen schots en scheef lagen met boomwortels ertussen en overhangende takken. De treden waren hoog, zelfs voor Hans. Zo klein als de Japanners zijn, zo groot zijn hun opstappen. Dat was ons al opgevallen bij de tempels. We kwamen dalende Japanners tegen op blote voeten. Die uitdaging ging ons te ver.

Natuurlijk hebben we de top bereikt (althans, het tempel plein net onder de top). Ons nederig realiserend dat onze jeugd niet meer in onze benen zit. Terug gingen we met de kabelbaan, zowel vanwege de tijd als de vermoeidheid. Terug bij de veerboot bleek dat wij de enigen waren die zo hoog geklommen/gewandeld hadden. Uitslovers!

In Hiroshima namen we een lekker bord spaghetti. We dachten dat het om noedels ging maar eenmaal binnen bleek uit het menu dat het toch echt spaghetti was. Na een heerlijk toetje en een herhaal bezoek aan het monument van de bomexplosie (in het donker zeker zo indrukwekkend) terug naar het hotel. Met een samoerai film op tv. Weer eens wat anders dan een kookprogramma of aparte humor in de Japanse variant van home video’s.